Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Maar [23]Izaks hoogten zullen verwoest, en Israels eigendommen verstoord worden; en Ik zal tegen [25]Jerobeams [26]huis opstaan met het [27]zwaard. 23. Daar zij hunne voorvaders en het voorbeeld van hunne voorvaders Izak en Jakob, als welken aldaar in voortijden den waren God altaren opgericht en geofferd hadden. Zie Gen.26:25, en Gen.35:7. 24. Afgodische tempels. 25. Die een zoon was van Joas, zie hfdst.1 vs.1. 26. Zijn zoon Zacharia [die maar zes maanden regeerde] is van Sallum in het openbaar, in tegenwoordigheid van het volk verslagen, 2 Kon.15:10. 27. Het is aanmerkelijk dat de profeet hier tegen het oordeel Gods niet meer antwoordt, gelijk hij in de twee voorgaande gezichten zijne voorbede had gedaan en was verhoord.